M.B. tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten in oncologie
Ministerieel besluit tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten, houders van de bijzondere beroepstitel in de medische oncologie, evenals van stagemeesters en stagediensten voor deze disciplines
Gelet op het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, inzonderheid op artikel 35sexies, ingevoegd bij de wet van 19 december 1990;
Gelet op het koninklijk besluit van 21 april 1983 tot vaststelling van de nadere regelen voor erkenning van geneesherenspecialisten en van huisartsen, inzonderheid op artikel 3;
Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de lijst van bijzondere beroepstitels voorbehouden aan de beoefenaars van de geneeskunde, met inbegrip van de tandheelkunde, inzonderheid op artikel 1, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 juni 1993, 8 november 1995, 11 april 1999, 15 oktober 2001, 17 februari 2002, 17 februari 2005 en 10 augustus 2005;
Gelet op het ministerieel besluit van 11 maart 2003 tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten, houders van de bijzondere beroepstitel in de oncologie;
Gelet op het advies van de Hoge Raad van Geneesheren-Specialisten en van Huisartsen, gegeven op 15 juni 2005;
Gelet op het advies 39.223/3 van de Raad van State, gegeven op 12 december 2005,
HOOFDSTUK I. - Bevoegdheidsdomein
Artikel 1
De geneesheer-specialist in medische oncologie is speciaal opgeleid voor het op punt stellen en het opvolgen van patiënten die lijden aan vaste tumoren, voor het instellen van een aangewezen systemische behandeling, met inbegrip van de kankerbestrijdende chemotherapie en hormonotherapie, de biologische en genetische behandelingen om hem te genezen, zijn ziekte te stabiliseren of de palliatieve behandeling te verzekeren.
De efficiënte oppuntstelling en de aangepaste opvolging van de patiënt met kanker vereisen dat de geneesheer-specialist in oncologie de kennis beheerst van de pathofysiologie van de verschillende soorten van kankers en van de meest aangepaste diagnostische technologieën.
De aangewezen en efficiënte toepassing van systemische behandelingen vereist een kennis van de prognostische en predictieve factoren die aangeven hoe men reageert op een gegeven behandeling alsook een begrip van de wisselwerkingen tussen geneesmiddelen en andere behandelingen zodat hij de heilzame effecten en nevenwerkingen van deze potentieel toxische middelen kan voorzien, beheren en beheersen op korte en lange termijn, maar ook de patiënt hieromtrent juist kan informeren.
Hij heeft bovendien een algemene opleiding in inwendige ziekenhuisgeneeskunde en werkt nauw samen met geneesheer-specialisten in andere specialiteiten en de behandelende arts, inzonderheid tijdens het multidisciplinaire consult bedoeld in artikel 23 van het koninklijk besluit van 21 maart 2003 houdende vaststelling van de normen waaraan het zorgprogramma voor oncologische basiszorg en het zorgprogramma voor oncologie moeten voldoen om te worden erkend.
HOOFDSTUK II. - Erkenningscriteria voor geneesheer-specialisten in medische oncologie
Artikel 2
§ 1. De kandidaat moet aan de algemene opleidings- en erkenningscriteria voor geneesheer-specialisten voldoen.
§ 2. De duur van de opleiding bedraagt zes jaren, waarvan drie jaren basisopleiding in inwendige geneeskunde en drie jaren van hogere opleiding in medische oncologie.
§ 3. Tijdens de basisopleiding, moet de kandidaat-specialist zich vertrouwd maken met alle aspecten van de inwendige geneeskunde in één of meerdere hiertoe erkende diensten.
§ 4. De hogere opleiding van de kandidaat specialist bestaat uit drie jaren stage in één of meerdere erkende diensten voor de opleiding in medische oncologie. Indien bepaalde aspecten die direct verband houden met zijn opleiding tot medisch oncoloog niet genoeg ontwikkeld zijn in een bepaalde dienst, kan de kandidaat specialist, mits instemming van zijn stagemeester, zijn opleiding voor dat (die) onderwerp(en) aanvullen door stages van drie maanden in andere erkende diensten, zonder dat het totaal van die stages de duur van zes maanden overschrijdt.
§ 5. De kandidaat specialist moet tenminste eenmaal tijdens de opleiding een mededeling doen op een wetenschappelijke vergadering en een artikel publiceren in verband met een klinisch of wetenschappelijk aspect van de medische oncologie.
§ 6. Gedurende de hogere opleiding wordt hij opgeleid voor het correct verstrekken van systemische kankerbehandelingen, met beheer van hun risico's.
De opleiding omvat eveneens het begrijpen van het belang van het multidisciplinaire aspect van het behartigen en behandelen van een oncologisch patiënt en dus ook de rol en interacties met de geneesheer- specialisten van andere disciplines, zoals onder andere pneumologen, gastro-enterologen, chirurgen, radiotherapeuten, anatomopathologen, radiologen, nuclearisten, maar ook met de huisartsen en paramedici zoals psychologen, diëtisten. Hij zal ook opgeleid worden in de verschillende aspecten van palliatieve zorg en meer bepaald de pijnbeheersing.
§ 7. Hij ontwikkelt expertise en bekwaamheid in de ontwikkeling en de wetenschappelijke evaluatie van klinische proeven in de oncologie. Daarvoor is hij tijdens zijn opleiding effectief betrokken in het opstellen van studieprotocollen, de uitwerking hiervan, alsmede in de analyse en in de evaluatie van deze klinische proeven.
Hij blijft op de hoogte van de verschillende lopende studies om zijn patiënten de mogelijkheid te bieden eraan deel te nemen en zo bij te dragen tot de ontwikkeling van de wetenschap op gebied van de oncologie.
§ 8. De kandidaten kunnen hun opleiding vervolmaken in laboratoria voor medisch onderzoek om hun fundamentele kennis inzake kanker en de behandelingen te vergroten.
§ 9. De opleiding voor het beheer van medische gegevens, voor de kankerregistratie en voor het gebruik van de gegevens van het kankerregister, maakt deel uit van de opleiding van de kandidaat-specialist.
HOOFDSTUK III. - Erkenningscriteria voor stagemeesters
Artikel 3
De stagemeester moet voldoen aan de algemene erkenningscriteria.
De stagemeester moet uitsluitend werkzaam zijn in domeinen die nauw verbonden zijn aan de medische oncologie, met voorbehoud van zijn deelname aan de wachtdienst. Hij moet sinds minstens acht jaar erkend zijn als specialist in de medische oncologie.
Per 1 000 jaarlijkse opnames, dagziekenhuis niet inbegrepen, van patiënten met kwaadaardige vaste tumoren kan de stagemeester een opleidingmogelijkheid bieden aan één of twee kandidaat-specialisten in de medische oncologie.
Per 1 000 jaarlijkse opnames, dagziekenhuis niet inbegrepen, van patiënten die lijden aan kwaadaardige vaste tumoren moet de stagemeester, die zelf erkend is als specialist in de medische oncologie, minstens een medewerker hebben erkend sinds tenminste vijf jaar als specialist in de medische oncologie, die voltijds werkt in de dienst, die zijn wetenschappelijke waarde heeft aangetoond en betrokken is bij de opleiding van kandidaten specialisten.
De stagemeester zorgt ervoor dat de kandidaat specialist een pluridisciplinaire opleiding geniet op het gebied van medische oncologie, rekening houdend met de erkenningscriteria voor kandidaat specialisten, opgenomen in hoofdstuk II, en zal hen indien nodig toelaten hiervoor stages te lopen in meer gespecialiseerde diensten, zoals daar zijn de radiotherapie, de klinische hematologie, de anatomopathologie, de radiologie, de nucleaire geneeskunde, de chirurgie en de ondersteunende zorgen.
De stagemeester ziet erop toe dat de kandidaat specialist deelneemt aan multidisciplinaire overleggen in oncologie en aan groepsvergaderingen met specialisten van andere disciplines.
HOOFDSTUK IV. - Erkenningscriteria voor stagediensten
Artikel 4
De dienst moet voldoen aan de algemene erkenningscriteria voor stagediensten en ten minste drie voltijdse medische oncologen omvatten.
Om gerechtigd te zijn een volledige opleiding te kunnen verzorgen, moet de dienst zich bevinden in een algemeen ziekenhuis of in een ziekenhuis gespecialiseerd in de behandeling van kanker, erkend als zorgprogramma in oncologie en waarvan de verschillende diensten en laboratoria geleid worden door geneesheer- specialisten. Het beschikt over een dagziekenhuis en een polikliniek voor oncologische patiënten.
De stagedienst moet tenminste 30 bedden omvatten bestemd voor de medische oncologie en op jaarbasis tenminste 1 000 opnames in conventionele hospitalisatie voor patiënten, met kwaadaardige ziekten verzekeren.
Het ziekenhuis van de stagedienst moet erkend worden als zorgprogramma voor oncologie en een databank bijhouden met de correct gecodeerde diagnoses, de behandeling en de opvolging. Er zal voor elke toegepaste behandeling een volledig rapport bijgehouden worden.
HOOFDSTUK V. - Overgangsbepalingen
Artikel 5
§ 1. In afwijking van artikel 1 kan als specialist in de medische oncologie erkend worden, de geneesheer-specialist in inwendige geneeskunde, die algemeen bekend staat als bijzonder bekwaam in de medische oncologie en die het bewijs levert dat hij, sedert ten minste vier jaar na zijn erkenning als geneesheer-specialist, de medische oncologie exclusief en met voldoende kennis uitoefent. Hij dient daartoe twee jaar na de datum van inwerkingtreding van dit besluit een aanvraag in te dienen.
Het bewijs dat hij algemeen bekend staat als bijzonder bekwaam, kan geleverd worden door o.a. zijn persoonlijke publicaties, door zijn actieve deelname aan nationale en internationale congressen, aan wetenschappelijke vergaderingen in verband met de medische oncologie, door een activiteit die typisch is voor de medische oncologie, waaronder de deelneming aan het multidisciplinair consult in de oncologie.
§ 2. In afwijking van artikel 2 kan een stageperiode van maximaal twee jaar in een erkende dienst voor medische oncologie, gevolgd door een geneesheer die zijn opleiding onder de Belgische regelgeving volgt, aangevat vóór de inwerkingtreding van dit besluit, als opleiding erkend worden voor zover de aanvraag werd ingediend binnen een termijn van zes maanden vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit.
§ 3. De in artikel 3 beoogde anciënniteit van de stagemeester en de medewerker zal pas vereist worden na acht en vijf jaar na de inwerkingtreding van dit besluit.
§ 4. De als geneesheer-specialist in inwendige geneeskunde erkende geneesheer die in naleving van dit artikel een erkenning verwerft van specialist in medische oncologie, ziet zijn bijzondere beroepstitel van geneesheer-specialist in inwendige geneeskunde vervangen worden door de bijzonder beroepstitel van geneesheer-specialist in medische oncologie.
HOOFDSTUK VI. - Voorwaarden voor het behoud van de erkenning
Artikel 6
Om erkend te blijven als specialist in de medische oncologie moet de geneesheer die discipline uitoefenen in een ziekenhuisinstelling en deelnemen aan het zorgprogramma in oncologie van die instelling. Hij moet tenminste de helft van de uren permanente vorming voorzien voor de accreditering besteden aan opleidingen op het gebied van medische oncologie.
HOOFSTUK VII. - Slotbepaling
Artikel 7
Het ministerieel besluit van 11 maart 2003 tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten, houders van de bijzondere beroepstitel in de oncologie, evenals van stagemeesters en stagediensten in de oncologie wordt opgeheven.