Menopauze na borstkanker
Prof. Serge Rozenberg, Departement gynaecologie en verloskunde, UMC-St Pieter, Brussel
De menopauze komt eigenlijk overeen met één bepaalde datum, de dag van de laatste maandstonden, zoals de menarche overeenkomt met de dag van de eerste maandstonden. Maar in de volksmond, spreekt men dikwijls over menopauze als die periode in het leven van de vrouw waarin ze haar vruchtbaarheid verliest, de menstruaties onregelmatig worden en menopauzale klachten (zoals opvliegers) voorkomen. Eigenlijk zouden we over de peri-menopauzale periode moeten spreken en over de post-menopauzale periode (periode na de menopauze).
Dit natuurlijke proces verloopt geleidelijk omdat het lichaam steeds minder de twee vrouwelijke hormonen oestrogeen en progesteron produceert. Dit gebeurt meestal tussen de leeftijd van 45 en 55 jaar. Veel vrouwen die behandeld werden voor borstkanker, zullen vandaag de dag hun menopauze meemaken. Dit is te wijten aan het feit dat de meeste vrouwen, gelukkig maar, borstkanker overleven. Verder is het ook zo dat sommige borstkankerbehandelingen de menopauze vroegtijdig induceren. De symptomen die tijdens de menopauze optreden (voornamelijk warmteopwellingen, nachtelijk zweten waardoor slaapstoornissen, vaginale droogte, verminderd libido en soms pijnlijke betrekkingen, emotionele labiliteit) komen ook meer frequent voor bij borstkankerpatiënten dan in de algemene bevolking. Dit kan deels beïnvloed worden door de stresstoestand die vrouwen ervaren, maar ook door sommige hormoonbehandelingen voor borstkanker. Met als gevolg een levenskwaliteitsvermindering van de vrouw, maar ook soms een dramatisch effect op haar therapietrouw. Inderdaad, men schat dat ongeveer 20 procent van de vrouwen hun hormoonbehandeling voor borstkanker willen stoppen wegens menopauzale symptomen.
Bij vrouwen die geen borstkanker hebben gehad, wordt meestal behandeling met vrouwelijke hormonen (bv. een combinatie van oestrogenen en progesteron), voorgeschreven. Deze behandeling met vrouwelijke hormonen wordt hormoonsubstitutie genoemd.
Een aantal studies werden uitgevoerd over de veiligheid van deze hormoonsubstitutie bij vrouwen die een borstkanker hebben gehad. Een van de twee meest recente studies, toonde aan dat er mogelijks een verhoogd risico op borstkankerrecidief bestaat bij gebruik van dit soort preparaten bij vrouwen, reeds behandeld voor borstkanker. Daarom is hormonale substitutietherapie principieel niet aangewezen voor menopauzale klachten bij borstkanker- patiënten. Wil dit zeggen dat het hoofdstuk menopauze en borstkanker hiermee afgelopen is ? Zeker niet, er bestaan een aantal middelen om de menopauze bij vrouwen met borstkanker op een niet-dramatische wijze en op een positieve wijze te behelpen. Eerst en vooral moet men uitkijken naar de problemen die de vrouw ervaart. Sommige vrouwen zullen de menopauze zonder veel problemen doorstaan, anderen daarentegen hebben veel menopauzale klachten. Men moet bij hen elk probleem apart beschouwen en behandelen (bv. de vaginale droogte). Anderzijds, kunnen sommige consequenties van de menopauze en van het oestrogeentekort, zoals osteoporose evengoed behandeld worden bij borstkankerpatiënten dan bij andere vrouwen, met de hulp van een niet-hormonale behandeling (zoals bifosfonaten of SERMS bv.). Tot besluit: vrouwen met borstkanker gaan dikwijls belangrijke menopauzale klachten hebben. Een klassieke hormonale substitutietherapie is bij hen niet aangewezen, maar er bestaan andere middelen om hen te helpen een goede levenskwaliteit te behouden.
(Actie Borstkanker 2006)